Het in 2014 geopende TivoliVredenburg herbergt vijf muziekzalen. Naast de grote zaal van het oude muziekcentrum Vredenburg zijn dat zalen voor pop, jazz, cross-over en kamermuziek.
Het kunstwerk dat Job Koelewijn in het kader van de Percentageregeling voor kunst voor dit imposante gebouw bedacht, bestaat uit een minimale ingreep. Op de zwarte rubberen banden van de acht roltrappen in het gebouw zijn de namen van overleden musici in witte letters aangebracht met een zeefdruk. De musici die in deze 'Running Cemetery' zijn opgenomen hebben allen ooit in Utrecht opgetreden. Door het bewegen van de roltrappen ontmoeten de namen elkaar steeds opnieuw. Het kunstwerk wordt van tijd tot tijd uitgebreid met nieuwe namen.
In zijn omvangrijke en internationaal geroemde oeuvre roert Job Koelewijn grote en serieuze thema’s aan, waarbij hij een zekere lichtheid weet te bewaren. Hij maakt in zijn werk gebruik van veel verschillende materialen en media en probeert daarmee de kwetsbaarheid van het leven bloot te leggen.