Kunst in de openbare ruimte door de ogen van Ingmar Heytze
Hoewel ik in 1970 ben geboren aan het Wilhelminapark, werd het pas begin deze eeuw echt iets tussen Utrecht mij. Dat kwam doordat ik rond die tijd verhuisde naar het Museumkwartier. In de dertien, veertien jaar dat ik er gewoond heb leefde ik op een prachtige postzegel in ruimte en tijd. Het was en is een onwaarschijnlijk rustig deel van de stad, waar de tijd zich anders gedraagt dan elders en waar alles wat een mens nodig heeft in een paar straten past. Op die magische plek bevinden zich drie van mijn favoriete kunstwerken op een steenworp afstand van elkaar.
Clip-on – Atelier van Lieshout
Tien jaar voordat ik werd beëdigd tot stadsdichter, had ik een baantje dat de meeste mensen nog vager in de oren zal klinken: huisfilosoof van het Centraal Museum, naar een idee van de toenmalige directeur Sjarel Ex. In die huismus- en hofnar-achtige functie heb ik ook nog wel wat tijd doorgebracht in dit kunstwerk, want je kunt er gewoon in werken of vergaderen. Hoe dat voelt? Een beetje eng. Iedereen die wel eens in dat deel van de museumtuin heeft gestaan, kent de clip-on als een ding dat aan het gebouw hangt, naar het schijnt aan één spanband, en best hoog. Je zit er erg gezellig, en beetje tent-achtig door het licht van alle kanten, maar om de een of andere reden zat ik toch het liefst dicht bij de muur. De Clip-on is een goed voorbeeld van gestolde verwondering: hij zet, zoals alle kunst waar ik van hou, je hoofd open voor nieuwe mogelijkheden. Ik vind het nog altijd een fantastisch idee, een extra kamer maken, gewoon door er eentje uit het raam te hangen!
Clip-on exterieur en interieur. Foto Ingmar Heytze
Evening time is reading time • Allen Ruppersberg
Dit kunstwerk, dat bijna zo lang is als de Korte Smeestraat waarin het hangt, gaat twee kanten op. Als ik ’s avonds de stad in fietste zag ik aan mijn rechterhand, als ik een soort animatiefilmpje, een rolgordijntje langzaam naar beneden gaan. Als ik weer naar huis reed trouwens ook, en dan was het een stuk toepasselijker. Aan de linkerkant zijn allemaal wonderlijke, reclame-achtige plaatjes aangebracht. Die corresponderen dan weer met de namen en beroepen van de Utrechters die op dat moment in de straat woonden. Het is een van de werken die Utrecht overhield aan de 'Nachtregels’ uit 1991, ook al een project van het Centraal Museum. Je moet natuurlijk eigenlijk ’s avonds kijken, maar ik vind het eigenlijk altijd wel mooi, naar welke kant ik ook door de straat fiets.
Evening Time is Reading Time. Foto Ingmar Heytze
Biru • Joop Hekman
Biru was – en blijft ook, door dit beeld, voor altijd – de hond van beeldhouwer Joop Hekman. Hekman woonde met zijn vrouw Rie meer dan veertig jaar op de hoek van de Nieuwegracht en de Agnietenstraat in het Maria Pallashuis, misschien wel het mooiste huis dat het Utrechts Monumentenfonds bezit. Biru was er goed in om de vaart uit het stadsleven te halen: hij lag overdag vaak languit te slapen op het kruispunt. Dat ging altijd goed, het verkeer reed eerbiedig om hem heen. Ik heb ooit een week in dat huis gewoond en op de hond gepast. Biru was toen al stokoud, volkomen doof en bijna blind, een soort schildpad met haar. Desondanks, of misschien wel juist daardoor, straalde hij nog steeds die zen-achtige rust uit. Voor mij, en voor iedereen die Biru gekend heeft, is het beeld een herinnering aan een levend, ademend, vriendelijk, bijna verlicht wezen. Maar je kunt hem ook gewoon gebruiken als mijlpaal bij het hardlopen, of om je kind erop te zetten voor een mooie foto. Hij wordt nog altijd veel geaaid, zoals te zien valt aan de lichtere plekken op zijn hoofd en lijf.