Hemellichamen met de flonkering van goud. Dit sterrenstelsel bevindt zich vlák onder het plafond van de centrale en gezamenlijke ruimte van Lux, speciaal onderwijs. Deze school wenste bij haar renovatie een kunstwerk dat verwondering oproept bij de kinderen, en met een aanraakbare uitstraling. Kunstenaar Roosje van Donselaar deed precies waar de school om vroeg. Ze maakte een ‘plafondsieraad’ waarvan de vormen en de materialen een grote symboliek hebben.
Als bedels aan een armband of kralen aan een snoer slingeren de sterren van dit elegante sieraad door de ruimte. Ze zijn gemaakt van klei en bekleed met bladgoud. Deze kunstinstallatie symboliseert Lux als een betrouwbaar baken van licht en richting voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Kinderen die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben bij het leren, krijgen er de kans om zich te ontwikkelen, ongeacht achtergrond of niveau. Lux betekent ‘licht’ in het Latijn. De naam past bij de visie en missie van de school: ‘Zien en gezien worden’ en ‘Zicht op ontwikkeling’.
Navigatiepunten
Roosje van Donselaar verwijst met haar kunstwerk in de eerste plaats naar de naam van de school en de onderwijsvisie, maar ook naar de eeuwenoude functie van licht als gids voor de mensheid. Door de geschiedenis heen hebben sterren en hemellichamen als navigatiepunten gediend. Reizigers, ontdekkingsreizigers en zeevaarders gebruikten het licht van de sterren om hun weg te vinden. Van Donselaar noemde het werk daarom ‘Lux Ducit’, wat ‘Licht leidt’ betekent. ‘Sterren navigeren ons, ze leiden ons in goede banen’ legt ze uit. ‘Net zoals sterren constant aanwezig zijn in het universum, biedt speciaal onderwijs een betrouwbaar houvast in de educatieve ontwikkeling. ‘Lux Ducit’ staat voor de universele kracht van begeleiding en ondersteuning. Het herinnert ons eraan dat er altijd oriëntatiepunten zijn die ons helpen onze koers te bepalen, zowel in het onderwijs als in het leven.’
Uniek én gelijk door sterrenstof
Met haar werk plaatst Roosje van Donselaar het verhaal van de school ook op een andere manier in een groter perspectief. In haar werk hebben materialen een symbolische waarde. De sterren zijn gemaakt van klei en daarna verguld. Klei is aards, een oermateriaal dat al duizenden jaren door mensen wordt gebruikt. Voor de kunstenaar symboliseert het de verbinding met de aarde, eenvoud en vormgeving. Het goud staat voor het bijzondere en het kosmische. In de sterrenhemel ontstaat goud alleen als een grote ster implodeert (sterft). Het goud op aarde is dus afkomstig uit gestorven sterren. Met de combinatie van klei en goud wil de kunstenaar zeggen dat wij allemaal zijn gemaakt van sterrenstof. De elementen in ons lichaam zijn gevormd in de harten van sterren die lang geleden zijn gedoofd. Dit maakt ons uniek én verbonden, als individuele sterren aan hetzelfde snoer.
Over de kunstenaar:
Terugkerende onderwerpen in het werk van Roosje van Donselaar zijn oude verhalen uit onze wereldgeschiedenis. Religie, wetenschap, astronomie, mythen en magie fascineren haar. Op het eerste gezicht lijken culturen onderling erg te verschillen. Toch zijn er, als je langer kijkt, verbanden en overeenkomsten te ontdekken. Denk aan de vele beschavingen die hun eigen verhalen en wijsheden projecteerden op de sterren. Of het gebruik van symbolische objecten zoals maskers en totems. Allemaal om het universum te leren begrijpen.
‘Lux Ducit’ past in een groter onderzoeksproject met de titel ‘Cosmotheoros’, vrij vertaald ‘Wereldbeschouwer’. Ze verwijst hiermee naar het gelijknamige boek van de 17de -eeuwse wetenschapper Christiaan Huygens, waarin hij voorbij de grenzen van de aarde probeerde te kijken. Door haar artistieke verkenningen naar verborgen geschiedenis, legendes en verhalen voelt Van Donselaar zich verwant aan de ‘wereldbeschouwer’ Huygens. Van Donselaar: ‘'Er valt nog een universum te ontdekken in het fascinerende samenspel tussen menselijke verhalen, kosmische perspectieven en de onzichtbare draden die ons allen verbinden.’
Bezichtiging kan op afspraak 030-2230113 (V. Bunt, directeur Lux)
Fotograaf: Gert Jan van Rooij
Tekst: Véronique Hoedemakers i.s.m. Roosje van Donselaar


