Als een monoliet rijst het betonnen hoofdgebouw van de brandweer in Leidsche Rijn op in het landschap. Het vormt dag en nacht een baken om je op te oriënteren. Binnen is de architectuur van Claus en Kaan Architecten al even sober en dominant. Wat zou een kunstwerk hier kunnen toevoegen?
Op de bovenste verdieping richtte Marcel Wanders, inmiddels wereldberoemd als ontwerper van rijk gedecoreerde en vaak luxueuze interieurs, in 2005 de crisisruimte in. Hij ontwierp een wanddecoratie met bloemmotieven en plaatste enkele felrode lampen en tafels uit zijn collectie in de entree van de ruimte. In de grote vergaderruimte verfraaien grote ronde lampen en decoratieve stickers de sobere, rechthoekige ruimte. De ruimte is multifunctioneel door inklapbare wanden en is doorgaans in gebruik als kantoor, maar in geval van nood om te toveren tot een regionaal crisiscentrum. Als de bestuurders hier met het zweet in de handen overleg plegen over verschillende rampscenario’s, doen ze dat in een aangename omgeving. In de kleine patio – die dienst doet als rookruimte – plaatste Wanders een glanzend witte sculptuur: Pearl Fire, de eerste sculptuur die hij maakte. Het beeld, dat een vlammenzee voorstelt met aan een van de uiteinden ogen en een mond, staat voor het brandweermannenhart waarin zowel de angst als de liefde voor het vuur een plaats heeft. De toevoegingen van Wanders vormen een aangenaam contrast met de sobere en robuuste stijl van het gebouw. Het is een spannende combinatie die menig bezoeker verrast.
Marjolein Sponselee