Al bij de aanleg van het stratenplan in Tuindorp-Oost, eind jaren zestig, is sprake van de plaatsing van een kunstwerk, bij voorkeur in de brede groenstrook op de kruising van de Zwaardemakerlaan en de Troosterlaan. Als voorwaarde geldt dat er ‘een volumineus kunstwerk’ moet komen. De adviescommissie voor Beeldende Kunst en Vormgeving draagt de beeldhouwer Piet Esser voor om een ontwerp te maken. Hij heeft al eerder, in 1961, het beeld van De Schaatsenrijder aan het Camminghaplantsoen geleverd.
Esser was een beeldhouwer die betrekkelijk weinig monumentale beelden maakte. Hij stelde hoge eisen aan zijn werk, maakte eindeloos veel voorstudies en nam daarnaast zijn docentschap aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam bijzonder serieus. Als opvolger van professor Bronner zette hij het onderzoek naar vernieuwing binnen de figuratieve traditie in de beeldhouwkunst voort. Hij modelleerde in klei, zonder al te veel detail want dat leidde maar af van waar het hem om ging: de strijd van de mens om het bestaan.
Met de keuze voor het motief van de barmhartige Samaritaan borduurt Esser voort op het thema van ‘belangeloze offervaardigheid’, een thema dat ook ten grondslag ligt aan het Stormrampmonument voor Rotterdam (1954-1955) waarbij een man een figuur op zijn rug draagt. Esser heeft zich naar eigen zeggen laten inspireren door beelden van de watersnoodramp in Zeeland en de oorlog in Vietnam.
In 1968 schrijft hij in zijn toelichting bij zijn ontwerp van De barmhartige Samaritaan: ‘Met dit beeld heb ik gevoelens tot uitdrukking willen brengen, zoals die sterk in deze tijd leven. Verslagenheid en rouw om al de ellende die de mensen overal op de wereld elkaar aandoen, en daarnaast het steeds aanwezige verlangen van de mens om hoe dan ook te helpen – om “leniging van nood” te brengen’.
Het heeft een kleine tien jaar geduurd voordat het beeld werd geplaatst. Vanaf dat moment heeft Tuindorp-Oost het beeld omarmd en tot symbool van de wijk verheven.