Aan de rand van Lunetten staat de evangelische middelbare school De Passie tussen de grote kantoorgebouwen. In 1991 heeft de Utrechtse kunstenaar Jan Samsom een kunstwerk voor de school gemaakt met de titel Huis bij het meer. De school werd in 2020 gerenoveerd. Huis bij het meer kreeg een betere plek en Samsom richtte ook het buitenterrein opnieuw in. Op je weg naar de entree, door de aula en de tuin kom je langs verschillende sferen en plekken die uitnodigen tot divers gebruik. De route toont de culturele en religieuze oriëntatie van de school en symboliseert de weg die een kind er aflegt.
Afgezien van de grote hoeveelheid fietsenrekken verraadt het gebouw nauwelijks dat het hier om een school gaat. Daarom ontwierp Samsom in 1991 bij de toenmalige openbare scholengemeenschap een plek waar je kan ontsnappen aan de formele kantooromgeving. Hij creëerde Huis bij het meer, een verstild kunstwerk om bij weg te dromen.
Droomwereld en het ‘nu’
Het huisje bij het meer balanceert op een reusachtige schelp en verbeeldt daarmee de rustgevende droomwereld die Samsom voor ogen had. Drie tafels staan gericht naar de schelpsculptuur. Het zijn geen gewone tafels: in vorm en materiaal zijn ze onderdeel van het kunstwerk en passen ze bij de verstilde wereld die de kunstenaar oproept. Tegelijkertijd gebruiken leerlingen de tafels gewoon om op te zitten. Zo komen twee werelden letterlijk samen: de droomwereld waarin de tijd stilstaat en de wereld van de leerlingen in het hier en nu.
De renovatie van het schoolgebouw was aanleiding om Huis bij het meer een betere plek te geven én de buitenruimte af te stemmen op het vernieuwde gebouw. Dat gebeurde in samenspraak met de school en de architecten van AGS Architects. De architectuur en de inrichting maken entree, aula en tuin tot één logisch geheel. Je komt er langs grote en kleine verblijfsplekken en podia. De routes sluiten op elkaar aan en de functies en verblijfsplekken binnen en buiten spiegelen elkaar. De grote raampartijen en duidelijke zichtassen tussen binnen en buiten versterken het idee van een ononderbroken ‘stroom’.
Een route voor actie én bezinning
Centrale gedachte hierbij is dat leren, discussiëren, filosoferen of gewoon iets met de ander delen niet alleen binnen het stramien van de school gebeurt. De Passie biedt in haar leeromgeving veel ruimte aan het geloof, aan expressie en aan culturele vorming. Bijvoorbeeld via het centrale podium in de aula en nu ook op een meer informele manier in de tuin.
Die nodigt uit om er op allerlei manieren te communiceren: stil of luidruchtig, met een klein groepje of met velen.
Een gele lijn in de bestrating leidt over het voorterrein naar de entree, waar je de hoge aula met podium en podiumtrap al ziet. Een glazen pui biedt toegang tot het buitenterrein met de schelpsculptuur en tafels. De route gaat speels verder in de vorm van stapstenen. De tuin kreeg een besloten karakter dankzij een groene wal met ingebouwde bankjes, een mini amfitheater.
Het laatste element op de route is een buitenpodium gemaakt van bouwmateriaal afkomstig uit het gesloopte oude schoolgebouw. Het is een organisch geheel van stelconplaten, gebruikt bouwmateriaal, aarde en begroeiing. Behalve als zitplek is dit podium bedoeld voor optredens en als mogelijk ritueel erepodium voor schoolverlaters. Net als het podium in de aula is dit een plek voor expressie, waar de leerlingen zichzelf kunnen laten zien. Huis bij het meer verleidt hen daarentegen tot bezinning.
Over de kunstenaar
Jan Samsom (1954) is een vertegenwoordiger van de kunststroming De Arnhemse School die – vanuit sociaal, esthetisch en ruimtelijk oogpunt – streefde naar integratie van beeldende kunst in de publieke ruimte. Samsom: “Kunst kan de betekenis van een plek verbeelden en het functioneren ervan beïnvloeden. Om tot een logische, haast natuurlijke ingreep te komen moet je telkens weer kijken, luisteren en je plannen bijstellen. De school vroeg zich af of ‘Huis bij het meer’ nog wel paste bij hun religieuze overtuiging. Door onze gesprekken raakte men daar juist erg van overtuigd omdat bezinning onderdeel is van wie zij zijn. Het is mooi dat het buitenterrein dat karakter nu nóg meer tot uitdrukking brengt.”
1,5% voor kunst
Utrecht kent sinds 1954 een percentageregeling voor publieke (ver)bouwprojecten. Anderhalf procent van de bouwsom wordt gebruikt voor kunst. Kunst komt in nauwe samenspraak met gebruikers, architect en de eigenaar van het gebouw tot stand. De Adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving bewaakt de kwaliteit. Dankzij de regeling zijn er inmiddels in alle wijken van de stad bijzondere kunstwerken.
Fotografie: Gert Jan van Rooij