Wendela Gevers-Deynoot maakte voor het nieuwe buurthuis De Uithoek een sculptuur bij de ingang van het lichtgrijze gebouw. De opdracht was een herkenningspunt voor het buurthuis te ontwerpen, dat mogelijk ook als grafisch element gebruikt zou kunnen worden voor de huisstijl van de organisatie. Aan het beeld is duidelijk te zien dat het speciaal voor deze plek is gemaakt. In vorm en kleur sluit het aan bij het gebouw, zoals de herhaling van diagonale lijnen en haakse hoeken, het geel en het grijs laten zien. De twee silhouetten staan haaks op elkaar. Een deel van hun bovenlijf gaat over in de vorm van een trap. Gevers-Deynoot plaatste het beeld bovenop de erfscheidingsmuur, precies daar waar deze een hoek maakt voor de ingang. In overleg met de architect ontwierp Gevers-Deynoot ook een trapvormige lijn in het metselwerk van de muur, waardoor de samenhang tussen sculptuur en architectuur nog eens wordt versterkt. Gevers-Deynoot maakt in haar werk voor de openbare ruimte vaak gebruik van uitgesneden vormen. Daarbij laat ze soms de verbinding met de grondplaat intact, waardoor de vorm zich uit de plaat lijkt los te maken. In veel van haar werk speelt het thema van overgang en transformatie een rol: losmaken en bevrijden, zowel in letterlijke als figuurlijke zin. Bij De Uithoek herhaalt ze twee keer dezelfde vorm. De ene figuur loopt de trap op, de ander de trap af. In de hoek van het beeld ontmoeten ze elkaar. Met een hoogte van 1,7 meter is het beeld afgestemd op de menselijke maat. De hoge plaatsing zorgt ervoor dat het van afstand goed zichtbaar is. MS
